COVID-19: de impact van de coronacrisis op de export van niet-gevaarlijk afval

De coronacrisis laat zich voelen in de hoeveelheden afval die naar Waalse verbrandingsinstallaties worden afgevoerd.Het risico bestaat dat bepaalde ovens worden stilgelegd en dat er technische complicaties ontstaan bij het opnieuw opstarten. Aangezien de verbranding van ziekenhuisafval, die exponentieel toeneemt, meeverbranding met ander te verbranden afval vereist (om voldoende hoge calorische waarden te behalen), heeft het kabinet van minister Tellier de afvalinzamelaars gevraagd om hun uitvoer van verbrandbaar bedrijfsafval te beperken. Velen van hen hadden dit initiatief al vrijwillig genomen.

Alleen de intercommunale Idelux heeft gevraagd om haar export naar een Franse verbrandingsinstallatie te behouden, al worden deze stromen wel teruggebracht van de gebruikelijke 100 ton naar 40-50 ton per week. Idelux zamelt 64.000 ton afval per jaar in, maar beschikt niet over een eigen verbrandingsinstallatie. Bijgevolg wordt 65% van het afval (41.600 ton) naar Waalse verbrandingsovens gestuurd, terwijl 35% (22.400 ton) buiten Wallonië wordt verbrand bij gebrek aan capaciteit.

Op de Waalse milieucommissie van 6 juni, verklaarde minister Tellier dat dankzij een vrijwillige en ondersteunende aanpak van de inzamelaars de crisis kon worden omzeild zonder afvaltransportvergunningen in te trekken. Gezien het geleidelijke herstel van de situatie zullen de aflopende vergunningen tijdig verlengd worden.