COVID-19: Never waste a crisis
China, Zuid-Korea, Italië, de rest van Europa, de VS, Zuid-Amerika en Afrika. Eén voor één schakelden landen en hele continenten een versnelling lager of werd het economische leven zelfs gecontroleerd in coma gelegd. Nog nooit beleefden we een crisis met zulke globale impact. Elk land wordt getroffen door het COVID-19-virus en de daarmee samengaande economische impact is ongezien. Uiteraard zijn er in elke crisis ook sectoren die het goed doen, maar die boost dreigt tijdelijk te zijn als we de macro-economische vooruitzichten mogen geloven. Omdat onze sector niet in het ijle opereert, gingen we te rade bij binnen- en buitenlandse experten.
OESO
Angel Gurría, hoofd van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling), waarschuwt voor de verregaande gevolgen van de COVID-19-crisis. Zo verwacht de OESO een krimp van 2% BBP per maand lockdown, waarbij sommige sectoren bijzonder hard getroffen worden. De toeristische sector zou maar liefst 50 à 70% krimpen in vergelijking met 2019. Deze krimp is het gevolg van een nefaste cocktail van een daling in zowel industriële productie, investeringen door bedrijven als uitgaven door huishoudens. De initiële impact van de COVID-19-crisis op vraag- en aanbodzijde zou een daling van uitgaven door huishoudens tot 1/3 en een krimp in productie van 20-25% kunnen inhouden. Ter info, consumentenuitgaven zijn goed voor 60% van het BBP in de G7-economieën.
België
Voor België rekent de OESO op een potentiële initiële impact van ca. 25% van het BBP. Onze belangrijkste handelspartners doen het nog slechter: -26% voor Frankrijk en Nederland, terwijl Duitsland zelfs flirt met een krimp van -30%. De OESO maakte ook een studie naar de crisismaatregelen die haar lidstaten namen voor KMO’s: SME Policy Responses. België zit in de top 3 wat betreft het nemen van mogelijke socio-economische, financiële en structurele maatregelen.
Vandaag geven het Federaal Planbureau (FPB) en de Nationale Bank (NBB) in een gezamenlijk persbericht ook hun voorspellingen voor de Belgische economie. Vertrekkende van een lockdown die 7 weken zou duren (tot 3 mei dus) en met een geleidelijke heropstart van het openbare en economische leven, zou het Belgische BBP dit jaar 8% krimpen. Dit betekent een gecumuleerd BBP-verlies van 45 miljard euro in december 2020 ten opzichte van een scenario zonder de COVID-19-crisis. Deze cijfers liggen ook in lijn van wat Voka vorige week al berekende, na een rondvraag bij 1500 bedrijven. Voor 2021 rekenen de NBB en het FPB op een herstelgroei met 8,6%. Daarmee blijft het BBP echter onder het niveau van voor de COVID-19-crisis.
Sommige economisten voorspellen een grote heropleving van de consumptie-uitgaven, waarbij de huishoudens geplande uitgaven alsnog doen en spreken van een massieve “inhaalvraag”. Maar een economisch herstel met klassiek V-patroon lijkt minder realistisch dan een herstel met U-patroon. Ongetwijfeld zal er een rebounce zijn en de NBB en het FPB spreken zelfs van 15% groei in het derde kwartaal, maar sommige uitgaven zullen níet meer gedaan worden. We denken dan bv. aan de aanschaf van schoenen en kledij of uitgaven voor persoonlijke verzorging zoals haarknipbeurten. Simpel gezegd: als je elke maand naar de kapper gaat, ga je na een lockdown van 2 maanden niet plots 3x naar de kapper op 1 maand. Hetzelfde gaat in meer of mindere mate op voor uitgaven in de horeca.
Er zijn grote verschillen per sector. Zo voorspelt het VBO bij een lockdown van 6 weken een krimp op jaarbasis van 4,8% in de bouw en rond de 9% in de auto-, luchtvaart- en reisbureausector. Een aantal sectoren zouden ook minder getroffen worden, zoals de papier- en kartonindustrie of de chemische nijverheid.
Ook de overheidsfinanciën krijgen het zwaar te verduren door extra uitgaven, minder inkomsten en een krimp van de economie. De totale openbare schuldgraad zou tegen einde 2020 stijgen van ca. 100% naar 115% van het BBP.
EU Green Deal
Kijken we nog even naar het EU-niveau, waar nog volop discussies woeden over een nieuw pakket maatregelen dat de EU zou kunnen nemen om de economische gevolgen van de COVID-19-crisis te milderen. Op 30 maart verscheen een brief van 37 Europese parlementsleden, voornamelijk uit de ECR-fractie, om de EU-leiders te vragen de Green Deal in de ijskast te zetten zolang de COVID-19-crisis woekert. De kans dat de Europese Commissie hiermee zal instemmen, lijkt klein. Professor Kurt De Ketelaere (KULeuven, voorzitter LERU) gaf op 6 april alvast aan dat de uitrol van de Green Deal “full speed” voortgaat. De kolossale overheidsmiddelen die nu uitgetrokken worden om de economie boven water te houden en te herlanceren, bieden de Europese Commissie ook een unieke kans, aldus De Ketelaere. De relance kan namelijk gekoppeld worden aan de filosofie en doelstellingen van de Green Deal én aan de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs. Hergebruik van materialen speelt hierbij een belangrijke rol. Kortom: never waste a crisis.
Reactie toevoegen