Veelgestelde vragen over: Stortplaatsen in Vlaanderen

Wat is een stortplaats?

Een stortplaats aanvaardt afvalstoffen die niet kunnen worden gerecycleerd of verbrand. Ze garandeert dat deze afvalstoffen op een veilige manier kunnen worden geborgen en geen gevaar voor mens en omgeving vormen.

In Vlaanderen maakt men onderscheid tussen drie types stortplaatsen:

  • Categorie 1: deze stortplaatsen aanvaarden gevaarlijk afval.
  • Categorie 2: deze stortplaatsen aanvaarden niet-gevaarlijk afval.
  • Categorie 3: deze stortplaatsen aanvaarden inerte afvalstoffen (bv. vervuild puin).

De indeling van een afvalstof als gevaarlijk of niet gevaarlijk is vastgelegd in de EURAL-lijst volgens de Europese richtlijn en beschikking ter zake.

Hiernaast bestaan er ook nog bedrijfsspecifieke stortplaatsen. Deze zijn veelal aanwezig op het terrein van het bedrijf zelf en worden doorgaans gebruikt om een specifieke afvalstroom te storten die afkomstig is uit het productieproces van dit bedrijf. Deze stortplaatsen bevatten met andere woorden één type afval (monostroom).

Gelden er specifieke regels voor stortplaatsen?

Een stortplaats kan in Vlaanderen maar actief worden gebruikt, als ze hiervoor de nodige vergunning heeft.

Om die vergunning te bemachtigen, dienen Vlaamse stortplaatsen te voldoen aan de voorwaarden die zijn opgelegd in de Vlaamse regelgeving VLAREM II (artikel 5.2.4).

VLAREM II legt een breed pakket aan maatregelen op, gaande van de aanvaarding van afvalstoffen tot de inrichting, uitbating en afwerking van de stortplaats en de bijbehorende nazorg eens de stortplaats niet langer in exploitatie is. Er is dus te allen tijde een heel duidelijk kader waaraan de stortplaats dient te voldoen. Enerzijds neemt de stortplaats zelf de nodige acties om te bepalen of de stortplaats conform dit kader werkt, anderzijds zijn er verplichte rapporteringen en is er een strikte opvolging door de door de overheid erkende stortplaatsdeskundige en verschillende administraties van de Vlaamse overheid.

Welke maatregelen nemen stortplaatsen om de veiligheid van mens en milieu te waarborgen?

Vóór de aanlevering van een afvalstof gebeurt er eerst een uitgebreide basiskarakterisering van de afvalstof om na te gaan of de stortplaats de afvalstroom al dan niet kan aanvaarden. Enkel afvalstoffen die op geen enkel andere hoogwaardige wijze kunnen worden verwerkt, mogen worden gestort.

De uitbater van de stortplaats controleert iedere vracht die wordt aangeleverd. Via een met de overheid overeengekomen aanvaardingsprocedure wordt nagegaan of de afvalstoffen wel of niet mogen worden gestort en of ze correct worden aangeleverd (bv. correcte verpakking bij asbest).

Iedere stortplaats van categorie 1 of 2 is speciaal ingericht zodat er geen emissies van polluenten naar het omringende leefmilieu kunnen plaatsvinden. Zo is de gehele stortplaats ingekapseld met een afsluitlaag bestaande uit  klei en een HDPE-folie, alsook een drainagesysteem dat uitlogend afvalwater opvangt en naar een waterzuiveringsinstallatie leidt.

Daarnaast heeft elke stortplaats een elektronisch lekdetectiesysteem dat de goede werking van de afsluitlaag garandeert. Dit lekdetectiesysteem wordt regelmatig gecontroleerd door een externe deskundige.

Indien de stortplaats organisch afbreekbaar materiaal bevat, is deze ook voorzien van een gasdrainagesysteem dat polluenten zoals methaan opvangt en zo voorkomt dat deze naar het milieu worden uitgestoten.

Bij gevaarlijke afvalstoffen zoals asbest zijn er bijkomende verplichtingen. De stortplaats zet deze verplichtingen om in een specifieke veiligheidsprocedure voor het bergen van asbestafval.

Voor elke aangeleverde vracht (gevaarlijk of niet-gevaarlijk afval) is er een volledige traceerbaarheid vanaf de weegbrug tot en met de eindlocatie van het afval.

Stortplaatsen die afvalwaters ter plaatse zuiveren en gezuiverd water lozen op de oppervlaktewaters  beschikken over een duidelijk kader van lozingsnormen waaraan het geloosde water dient te voldoen.

Eens een stortplaats zijn/haar capaciteit heeft bereikt, voorziet deze een veilige afwerking en monitoring, onder de noemer nazorg (minimum 30 jaar). Deze controleert dat er ook na exploitatie geen emissies naar het leefmilieu plaatsvinden.

Hoe volgt de overheid de stortplaatsen op?

Elke stap qua inrichting en afwerking van een Vlaamse stortplaats wordt opgevolgd door een erkende stortplaatsdeskundige en door de afdeling Handhaving van de Vlaamse overheid.

De stortplaatsdeskundige maakt voorafgaand aan de inrichting en afwerking van een stortplaats een inrichtings- en afwerkingsplan dat ter goedkeuring aan Handhaving wordt voorgelegd. Pas na goedkeuring door Handhaving kan worden gestart met de feitelijke inrichting of afwerking van de stortplaats.

Vervolgens volgt de erkende deskundige de werken voor de aanleg van de stortplaats op en werkt hierover een opvolgingsrapport uit dat opnieuw ter goedkeuring aan Handhaving wordt voorgelegd.

Pas na goedkeuring van het conformiteitsrapport van de inrichting kan met de exploitatie van de stortplaats worden gestart.

De uitbater van de stortplaats beschrijft in een werkplan hoe de stortplaats zal worden uitgebaat. Dit werkplan dient eveneens door Handhaving worden goedgekeurd en opgevolgd. 

Wanneer de stortplaats haar capaciteit heeft bereikt, gaat de nazorgfase van start. In het nazorgplan specifieert de uitbater van de stortplaats hoe ze na uitbating ervoor gaat zorgen dat er geen emissies naar het leefmilieu plaatsvinden. De nazorg kan pas beginnen nadat Handhaving het conformiteitsrapport afwerking en het nazorgplan heeft goedgekeurd. 

Hoe worden emissies van stortplaatsen naar het milieu opgevolgd, en door wie?

De Vlaamse stortplaatsen zijn verplicht enkele parameters op te volgen, zoals gespecifieerd in VLAREM II en in hun werkplan. 

Deze paramaters worden geanalyseerd door erkende labo's. De resultaten van deze analyses worden vervolgens aan de overheid bezorgd. 

Stortplaatsen kunnen bovendien bijkomende analyses laten uitvoeren, zoals geurrondes, geluids- en trillingsstudies, en visuele controles op stofemissies.

Naast deze analyses worden stortplaatsen ook gecontroleerd door de afdeling Handhaving en de Vlaamse Milieumaatschappij, beide administraties van de Vlaamse overheid.

De stortplaatsen dienen periodiek te rapporteren aan verschillende administraties, waaronder de OVAM, de provincie/gemeente, Handhaving.

Welke maatregelen worden bij vaststelling van een overschrijding van een analyseparameter ondernomen?

De stortplaatsen zetten de nodige middelen in om overschrijdingen te vermijden. In het geval van een overschrijding neemt de stortplaats meteen adequate maatregelen om gelijkaardige overschrijdingen in de toekomst te voorkomen door  technische processen en/of interne procedures aan te passen en door de relevante parameters nauwlettend op te volgen.

Bij vaststelling van een overschrijding voorziet de afdeling Handhaving in de nodige sanctionering, gaande van raadgeving en aanmaning tot proces-verbaal.

Welke afvalstoffen mogen worden gestort?

De lijst van afvalstoffen die in Vlaanderen mogen worden gestort, is opgenomen in VLAREM II. Algemeen gaat het om niet-recycleerbare en niet-brandbare afvalstoffen, samen met bepaalde recyclageresidu’s.

De stortplaatsen dienen in de aanvraag van hun omgevingsvergunning te specifiëren welke afvalstoffen zij wensen te aanvaarden/storten. Deze lijst van afvalstoffen wordt vervolgens expliciet opgenomen in de omgevingsvergunning van de stortplaats. 

De afvalstoffen die niet mogen worden gestort (stortverbod), staan opgelijst in VLAREMA.

Wordt er ook afval gestort dat PFAS bevat?

PFAS is de verzamelnaam voor meer dan 6.000 chemische stoffen. PFAS zijn bestand tegen hoge temperaturen en zijn water-, vuil-, en vetafstotend. Daarom worden ze veel gebruikt in industriële toepassingen en consumentenproducten. Denk aan de antiaanbaklaag in pannen, cosmetica, textiel, brandblusschuim, schoonmaakmiddelen of smeermiddelen.

Waterzuiverings- en afvalverbrandingsinstallaties, en ook stortplaatsen verwerken PFAS-houdende materialen. Het is de verantwoordelijkheid van de stortplaats om ervoor te zorgen dat de emissies naar het leefmilieu steeds voldoen aan de geldende normen om zo het risico op verspreiding van PFAS te beperken. 

Wat PFAS-houdende gronden betreft, bepalen stortplaatsen in Vlaanderen vandaag zelf of ze deze gronden willen aanvaarden. Vandaag verwerkt niet iedere stortplaats deze stromen door het gebrek aan een duidelijk normenkader.

Hoeveel afval wordt er jaarlijks gestort?

In 2021 werd in totaal 2.470.787 ton afval gestort. Dit komt overeen met ongeveer 3% van de totale hoeveelheid afval die in België wordt geproduceerd. Meer gedetailleerde cijfers vindt u in het OVAM-rapport tarieven en capaciteiten.

Zijn er verschillen tussen de stortplaatsen?

Iedere vergunde stortplaats in Vlaanderen dient te voldoen aan de minimumeisen die worden opgelegd in de Vlaamse milieuwetgeving (VLAREMA en VLAREM).

Er kunnen echter verschillen bestaan tussen stortplaatsen. Zo kunnen in de omgevingsvergunning strengere normen worden opgelegd.

Waarom wordt er vandaag nog afval gestort?

Vlaanderen behoort tot één van de koplopers qua afvalbeheer in Europa en de wereld. Hoewel we steeds meer materialen recycleren en inzetten als nieuwe grondstof zijn er altijd bepaalde afvalstoffen waar op dit moment geen nuttige toepassingen voor bestaan. Zo heeft ook haast ieder sorteer- en recyclageproces vandaag een ultieme reststroom die niet meer kan worden gerecycleerd of verbrand.

Om te vermijden dat deze stromen zomaar in de omgeving terechtkomen, is er ook vandaag nog nood aan professionele stortplaatsen voor de eindverwerking van niet-recycleerbare residu’s. Ze garanderen dat deze afvalstoffen veilig worden geborgen en vormen hiermee het sluitstuk van het Vlaamse materialenbeleid.

Stortverboden en afvalheffingen zijn enkele van de instrumenten die de Vlaamse overheid ter beschikking heeft om ervoor te zorgen dat enkel die afvalstoffen worden gestort waarvoor geen andere nuttige toepassing bestaat.

 

FacebookTwitterLinkedinShare

Reacties

default author image
E-mailadres

No email adress

door Heylen R. (niet gecontroleerd) op vrijdag 15/09/2023 - 00:09

Geachte,  moest er voor een nieuwe stortplaats vb  in 1979  ook al een vergunning  aangevraagd/verkregen worden en zo ja waar kan deze vergunning of weigering terug gevonden worden? 

Reactie toevoegen

Bijlage
Een onbeperkt aantal bestanden kan naar dit veld worden geupload.
300 MB limiet.
Toegestane types: txt pdf doc docx xls xlsx ppt pptx ods odt png jpg jpeg gif zip.