Is de actualisatie van de bandingfactoren het zwaard van Damocles voor de Vlaamse bio-energiesector?
Op 21 december 2022 werd een Verzameldecreet IV goedgekeurd in het Vlaamse parlement; gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 29 december 2022. In dit Verzameldecreet IV is Artikel 26 opgenomen waarin beschreven staat dat een aanpassing van de steun via de groenestroom- en warmtekrachtcertificaten voor zowel lopende alsook nieuwe brandstof-gedreven productie-installaties voor bio-energie zal worden doorgevoerd. Dit betekent dat de ondersteuning niet langer vast, maar variabel zal worden gemaakt, afhankelijk van de opbrengst aan elektriciteit en overige kosten en/of opbrengsten van ingaande en uitgaande energetische stromen van het project. Gelet op de energiecrisis en de daaraan gekoppelde plotse sterk gestegen energieprijzen in 2022 ziet de Vlaamse Regering het als gerechtvaardigd dat dit geldt voor alle installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2013. In de komende weken zal dit decreet worden vertaald in een Ministerieel Besluit waarin de methode zal worden opgenomen hoe deze aanpassing (lees ‘actualisatie’) zal gebeuren.
Businessmodel opwekking groene energie op de helling
Het decreet dat de mogelijkheid biedt om de steun aan bio-energieprojecten te verminderen of zelfs naar nul te herleiden, is voor Denuo een moeilijk te bevatten beleidskeuze.
Denuo kijkt deze maatregel met grote bezorgdheid aan en in het bijzonder de modaliteit van uitvoering zoals het in het Energiebesluit zal worden vastgelegd. De Vlaamse Regering heeft aan VEKA de verantwoordelijkheid gegeven om nu de parameters te bepalen. De Vlaamse Regering tracht de sector te sussen door te stellen dat het VEKA de nodige vrijheid zal opnemen om de parameters zo te bepalen dat een marktconforme, realistische vergelijking mogelijk wordt. Denuo stelt echter dat er per slot van rekening geen enkele indicatie voorhanden is dat de Vlaamse Regering (en meer in het bijzonder VEKA) uiteindelijk nog de berekeningsmethodologie zal bijsturen teneinde een marktconforme actualisatie te bekomen. De reden hiervoor is eenvoudig: omdat de inkomsten zullen worden geactualiseerd op basis van data uit de toekomst (beursprijzen van het komende jaar) in tegenstelling tot de uitgaven, die zullen worden geactualiseerd op basis van data uit het verleden (historische aankoopprijzen van grondstoffen). Dit maakt dat inkomsten uit stroomverkoop worden overschat en uitgaven voor aankoop grondstoffen worden onderschat. Als klap op de vuurpijl wordt een impactvolle kostenparameter, zijnde de inflatiegevoelige vaste jaarlijkse operationele kosten, helemaal niet meegenomen in het verhaal van actualisatie aangezien deze parameter buiten de scope van het wettelijk kader valt.
Wat betekent dit voor de Vlaamse bio-energiesector?
Het niet marktconform actualiseren van alle parameters op individueel projectniveau, zal leiden tot een significante scheeftrekking van de verhouding tussen kosten en baten in het investeringsmodel en kan leiden tot stopzetting van de activiteiten. Het systeem van ondersteuning met certificaten door de Vlaamse Overheid is eigenlijk niet meer of minder dan het streven naar een evenwicht tussen deze kosten en baten op projectniveau. Het zorgt ervoor dat - in ruil voor groene energie - de kosten worden gedekt door een correcte ondersteuning van de baten. Om dat te doen, dienen alle kosten en baten te worden bekeken en waar nodig bijgestuurd en dat is de reden waarom Denuo aan de alarmbel trekt. Die balans moet worden gerespecteerd. Het gaat niet op om enkel de hoge energieprijzen in de weegschaal te leggen en de toegenomen kosten (inflatie loonkosten, onderhoudskosten, brandstofkosten, enz.) niet mee te nemen. Het gaat bovendien niet op om op Vlaams niveau rekening te houden met de “dag-marktprijzen” voor energie als men weet dat op federaal niveau die prijzen gewoon worden geplafonneerd. Met andere woorden het huidig decreet houdt enkel rekening met de “plussen” maar weigert de “minnen” in rekening te brengen. Dat is zowel rekenkundig als intellectueel oneerlijk.
Circulariteit in de praktijk
Circulariteit staat centraal in alles wat bio-energiecentrales doen. In deze productie-installaties wordt enkel niet-recycleerbaar organisch biologisch afval of hout gebruikt als voornaamste grondstof en omgezet naar lokale groene energie die ons minder afhankelijk maakt van geïmporteerde dure energie en dit als puzzelstukje in een circulair verhaal.
Rechtszekerheid
Het vertrouwen van de bio-energiesector in de rechtszekerheid tot gedane investeringen in Vlaanderen is geschokt. Naast het feit dat dit decreet en de mogelijke uitvoeringsbesluiten het businessmodel voor groene-energieopwekking in Vlaanderen op de helling zet, is dit voor Denuo ook een aanslag op de rechtszekerheid in Vlaanderen. Op deze manier wordt het vertrouwen in Vlaanderen als investeringslocatie (ook buitenlandse investeerders) sterk op de proef gesteld. Ondernemers investeren op basis van een duidelijk kader, waarbij men ervan uitgaat dat gemaakte afspraken worden gerespecteerd.
Denuo begrijpt dat deze aanpassing is ingegeven binnen de context van zeer hoge energieprijzen van 2022 en het daarbij mogelijke genereren van overwinsten. Echter is dit niet zo voor elke productie-installatie van groene elektriciteit. Denuo vraagt dan ook met nadruk om minstens de actualisatie te bekijken op individueel bedrijfsniveau en de realiteit van de Vlaamse bio-energie-installaties met de nodige nuance te begrijpen alvorens een dergelijk ingrijpende wijziging aan een bestaand ondersteuningsmechanisme aan te brengen.
Reactie toevoegen